dinsdag 19 oktober 2010

6 december 2009

Ik lig op de grond, stil, gelaten. Mijn herinneringen trekken aan me voorbij. Zoveel jaren, zoveel tranen. En nu ben ik hier. En ik weet niet of dat goed of fout is. Ik weet het niet meer. Echt niet meer. Ik ben zo totaal leeg. Ik zou kunnen huilen, schreeuwen, slaan. Maar het heeft geen zin.
Ik voel me verstild. Alsof ik in het midden van een wervelwind sta. Ik zie alle beweging om me heen, maar ik maak er geen deel van uit. Ik ben in mijn kern. Maar als dit mijn kern is, weet ik niet of ik daar wil zijn.
Nog nooit was ik zo naakt. Zo totaal overgeleverd aan mezelf. Dit is niet hoe ik me rock bottom had voorgesteld. De schoonheid van het drama ontbreekt. Het is haast saai. Lusteloos.
 Ik zie de schrammen op mijn lichaam. Er zitten korsten op. De rulle randen van gestold bloed.  De blauwe plekken beginnen al te verkleuren. Het verdriet is niet vers meer. Mijn spieren zijn stram door de kou. De tranen opgedroogd op mijn wangen. Zwarte aarde onder mijn afgebroken nagels.
En ik ben alleen. Totaal alleen. Ik heb alleen maar mezelf. En dit keer is het gewoon niet genoeg. Wat heeft het voor zin om te huilen als er niemand is die me troosten kan. Het regent. Het regent al dagenlang. Zoveel water…..
De godin die bij me is, ik voel haar niet. Ik weet dat ze er is, maar ik voel haar niet. Ik ben niet bang, niet droevig, niet boos.
Ik ben alleen maar.
Ik ben alleen.
Ik ben.
Ik.

2 opmerkingen: